23 januari 2013

Nummer 23 opgelaten door mijn buurvrouw



Nummer 23 in alle rust richting zuiden.

Vandaag laten mijn buurvrouw Liesbeth en haar dochter Mandy samen de ballon op. 

Voordat het echte oplaten / loslaten kon plaatsvinden moest ik van mandy eerst even alle nieuwe leuke spulletjes bekijken. Liesbeth en Mandy waren namelijk eerst even samen gaan shoppen zoals dames dat op een woensdagmiddag horen te doen. Roze slofjes met een bijpassende paarse ketting en een haarbandje met glimmertjes. Mandy is een echte dame in de dop.

De wind komt uit noord noordoost en is zwak met een kracht van 2 op de schaal van Beaufort. We hebben de ballon zeer lang kunnen volgen. Bijna tergend langzaam klom hij omhoog om vervolgens even traag in zuidelijke richting te vertrekken.

Ze zeggen wel eens, haastige spoed is zelden goed. Wellicht vindt deze ballon een verhaal dat rust geeft. 

2 opmerkingen:

  1. Mijn verhaal

    Toen Dennis mij vertelde dat hij met “De Ballon” zou gaan beginnen, vond ik het eerst een vreemd plan, maar wel iets wat bij Dennis hoort. Langzaam begon ik de ballonnen te volgen en de verhalen te lezen, maar bovenal begon ik het leuk te vinden en interessant.
    Dennis vroeg mij maandag of ik een ballon op wilden laten, alleen leek het mij een leuker idee om dat op een woensdagmiddag met mijn dochtertje Mandy van 4 jaar te doen. Mijn verhaal gaat ook deels over haar.
    Vroeger wilde ik niets van kinderen weten, ik vond ze lastig en kon ze niet uitstaan. Ik kon er helemaal niets mee. Toen ik 16 was verloor ik ook nog eens een neefje, die slechts 4 en een halve maand oud was. Dat maakte dat ik er steeds meer van overtuigd werd dat ik zelf geen kinderen wilde hebben. Toen ik 20 was werd ik ziek, maar er werd niets gevonden, ik ging door met mijn leven en trok de wijde wereld in. In 2000, ik was inmiddels 27, werd ik weer ziek en de diagnose Colitus Ulcerosa werd gesteld, een dikke darm aandoening waar goed mee te leven viel. Kinderen dacht ik nog steeds niet over, omdat ik de wereld, net als Dennis, vond verharden. Ik vond iedereen die er wel aan begon een echoïst, want een kind had geen keus, maar kwam op de wereld, omdat wij dat zo nodig willen. De wereld die we zelf verzieken , moord en doodslag is aan de orde van de dag, overvallen, (groeps)verkrachtingen van jonge meisjes, ontvoeringen. Ik vond het allemaal zo erg, dat ik vond dat ik een kind dat niet aan mocht doen. Ik legde me er dus bij neer.
    In 2003 werd ik weer ziek, een week in het ziekenhuis en men stelde de diagnose bij, het was geen colitus, maar de grotere broer “ de ziekte van Crohne “, een ontsteking van het complete spijsverteringskanaal, de arts gaf het heel simpel de naam “van mond tot kont”. Weer kreeg ik nieuwe medicijnen en deze sloegen aan, totdat ik in 2004 dood en doodziek werd. Ik was inmiddels getrouwd met een man die……. 2 kinderen had. 5 weken heb ik in het AMC gelegen. Ik kreeg de mededeling dat ik geen dag later had moeten komen, want dan had ik hier niet meer geweest, ik had er een CMV virus overheen gekregen. Dat zette mij aan het denken. Niets was meer belangrijk. Ik moest beter worden en alles een plaats geven. Het idee dat mijn lichaam me zo in de steek had gelaten, kon ik niet bevatten. Ik voelde me verraden door mijn eigen ik. Het traject van genezing sloeg ik in, maar vooral het traject van acceptatie. Ik moest accepteren wat er was gebeurd en moest leren leven met mijn ziekte. De internist noemde het een wonder dat ik binnen een jaar er weer bovenop was. Ik werkte weer voor de volle 100% en ging overal voor. In 2007 ging het zo goed dat ik toch langzaam begon te denken over kinderen en tot de conclusie kwam dat ik misschien toch wel moeder wilde worden. Het ging zo goed. Met de artsen besprak ik hoe groot de kans op overdraagbaarheid, deze was te verwaarlozen, omdat ik “het Gen” niet had.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Vervolg:

    In januari 2008 bleek ik zwanger en voelde me beter dan dat ik ooit gevoeld had, de laatste jaren.
    Ze is nu ruim 4, in Augustus wordt ze 5, de kleine Mandy. Na een hele moeilijke start, ze heeft last gehad van mijn medicijnen, weer vond ik mezelf echoïstisch, heeft ook zij doorgezet. Dat geeft me het gevoel dat ik de juiste keus heb gemaakt.

    Nog steeds heb ik vragen, hoe de wereld moet zijn als zij volwassen is. Zal ze niet het slachtoffer worden van een overval, een agressieve tegenstander of misschien nog wel erger, een verkrachting.
    Hoe oud zal ze worden, zal ze ook ziek worden ? Het aan haar darmen krijgen of misschien wel erger. ’s Werelds nummer 1 vijand is een enge ziekte, nummer 2 is een andere ziekte, nummer 3 de mensheid ! Of is de volgorde misschien niet de juiste en is de mensheid juist nummer 1? De mensheid, de mensheid maakt zichzelf kapot.

    Wat mij bezighoudt is hoe goed zal mijn kleine meisje het krijgen ? Hoe zal de wereld eruit zien als zij volwassen is, dat is mijn grootste zorg ! Ik moet zorgen dat mijn meisje goed terechtkomt. Het is een volhouder dat heeft ze al bewezen, hopelijk zal ze dat blijven.

    Door de jaren heen ben ik gegroeid, heb geleerd te accepteren en door te zetten, een onderscheid te maken tussen belangrijk en minder belangrijk. Ik heb geleerd prioriteiten te stellen, maar vooral dingen los te laten. Dingen, maar ook mensen los te laten die het minder waard zijn om je druk over te maken.

    Mandy en ik hebben deze ballon samen opgelaten, samen iets losgelaten, zoals we in de toekomst nog wel vaker zullen moeten gaan doen.

    Dennis: Ga vooral door op de wijze waarop je hiermee bent begonnen. Wanneer je een keer op vakantie gaat of geen mogelijkheid hebt, neem ik het graag van je over. De muizen voeren aan je uil zal ik van mijn leven niet doen, maar dit zet ik graag voort als jij er even de kans niet voor hebt. Laat me weten als je weet waar de ballon gestrand is oke ?

    Liefs, Liesbeth


    BeantwoordenVerwijderen