31 juli 2013

Ballon nummer 212, Lastig gevallen worden.

Vandaag laat mijn goede vriendin Neeltje de ballon op. Neeltje is een kei in het schrijven van verhalen. Er liggen er nog een aantal op de plank. Die deelt ze een volgende keer. Dit keer gaat het over iets heel herkenbaars. Gebeld worden door mensen die iets willen verkopen. Ik ken Neeltje van mijn HIT avonturen. 



Tring tring


Op een klein drafje hobbel ik door mijn kamer. Het is de zoveelste keer vandaag dat de telefoon gaat. De keren hiervoor ben ik steeds gebeld door 'onbekend nummer'. Aangezien ik in het bezit ben van een antwoordapparaat, dat goed fungeert als call-screener, neem ik deze telefoontjes vanuit principe nooit op. Mensen die mij kennen weten dit. En als het belangrijk is, dan laten 'ze' maar een bericht achter.

Hoe dan ook, ik was snel op weg naar de telefoon om te zien wie het was voordat het antwoordapparaat inschakelt. Weer 'onbekend nummer'. In een seconde maak ik de afweging. 'Onbekend nummer' heeft mij wel erg dringend nodig aangezien 'ze' al zeven keer hebben gebeld vandaag. Bovendien is het zondag. Ik kan er dan toch wel vanuit gaan dat die telemarketing-heeft-u-al-dit-bent-u-tevreden-over-dat-wilt-u-misschien-geheel-gratis-op-proef-onze-troep-proberen-mensen vrij zijn...? En misschien is het iemand die ik lang niet gesproken heb. Iemand die ik uit het oog ben verloren en die ik-weet-niet-wat heeft geprobeerd om mijn nummer te achterhalen. Ben ik eindelijk gevonden, neem ik niet op… Dus ik laat mijn principes links liggen en neem op. 

“Goede middag, u spreekt met Lisette” zegt een stem op een nette vriendelijke toon. “Ja, hallo” zeg ik terug. Ik ken geen Lisette en als ze mij echt wil spreken, zal zij wel verder gaan. “Mag ik u iets vragen?” Een van de meest bizarre vragen in de Nederlandse taal. Daarnaast mag iedereen mij vragen wat ie wil, maar of er een antwoord komt weet ik vooraf nog niet. “Eet u wel voldoende vette vis?” Huh? Sorry? Pardon? Met stomheid geslagen. Het is zondagmiddag en ene Lisette belt mij 8 keer op omdat zij graag wil weten of ik wel genoeg vette vis eet...! En ik houd helemaal niet van vis. Sterker nog, het enige dat uit het water komt en dat ik eet is zeewier. Aan de andere kant vind ik dat zeker meer dan genoeg. Dus technisch gezien eet ik wel voldoende vette vis. Ik zou er niet meer van willen eten. “Ik lust geen vis” zeg ik. 

En daar begint het. De iets te snelle inademing aan de andere kant van de lijn. Het enthousiasme dat duidelijk in Lisettes stem toeneemt. De toon die ze voorheen gebruikte wordt lichtelijk verhoogd. En de zinnen die hierna volgen worden zo'n beetje met iets te veel kracht uit haar lichaam geperst. “Maar u bent toch wel op de hoogte van de goede werking van visolie?” vraagt ze alsof iedere kleuter dit er in het eerste jaar op school krijgt ingestampt. Natuurlijk weet ik inmiddels waar dit heen gaat. 

Maar iets in mij houdt mij altijd tegen om te reageren in de trant van: “Ja natuurlijk weet ik wat visolie voor goede werking op de weerstand heeft. Ik heb ook een tv. Je wordt daadwerkelijk doodgegooid met dat soort informatie. En alsof dat nog niet erg genoeg is, moet een of ander ik-heb-dringend-geld-nodig-dus-bel-ik-mensen-zelfs-op-zondag-mutsje mij thuis telefonisch lastig vallen omdat zij zo graag wil weten of ik wel voldoende vette vis eet. Weet je wie er nou echt baat hebben aan visolie? Vissen. En laten we het meteen eens even over jouw dieet hebben, Lisette. Ik vraag me af hoe gevarieerd jouw dieet is, als arm studentje op kamers. Dagelijks diepvriespizza van de Aldi met als nagerecht het goedkoopst mogelijke bocht dat als bier verkocht wordt? En ben jij er ook van op de hoogte wat stress doet met de menselijke weerstand? IK moet nu weer 15 extra vissen verorberen omdat JIJ mij zo nodig moet frustreren met idiote vragen. Maar dat is vast en zeker ook jouw bedoeling precies. Want jij moet mij vast iets gaan verkopen dat mijn weerstand weer op peil brengt. En zo houden we elkaar lekker bezig, hè Lisette. Ga toch lekker iemand anders bellen.” 

Dus ik antwoord netjes: “Ja, daar ben ik van op de hoogte.” “Maar toch eet u geen vis?” Nou, dan was het maar goed dat ze belde. Ik kon vis in pilvorm (!) bij haar bestellen voor bijna niets. Ik moest alleen de verzendkosten betalen. En dan zou mijn voorraad iedere maand aangevuld worden zodat ik altijd voldoende zou hebben. Nadat ik vijf minuten bezig ben geweest met het trachten haar te onderbreken in haar enthousiaste gewauwel, kon ik vervolgens uit gaan leggen waarom ik dit fantastische aanbod niet aan wilde nemen. Mijn voor haar onbegrijpelijke betoog eindigde met “En ik lust ook geen pillen. Fijne middag verder...” 

Ik weet dat ik niet al te best ben in het afkappen van deze gesprekken en luister met bewondering hoe mensen, soms gepast onbeschoft, deze indringers de mond weten te snoeren. Helaas treedt er bij mij een soort telefoon-etiquette naar de voorgrond. (Aan de deur kan ik het wel namelijk). En aangezien ik nog geen manier heb gevonden om hier vanaf te komen, neem ik de komende maanden hoe dan ook geen 'onbekend nummer' meer op. 

Neeltje van der Gun



De ballon reist vandaag heel ecologisch richting het noorden. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten