13 september 2013

Ballon nummer 256, Een leuk verhaal en licht in de duisternis.


Ik kreeg een leuk verhaal van mijn vriendin Neeltje. Het is een grappige situatie. Ik heb zelf ooit eens mogen fotograferen op het North sea jazz festival. Ik raakte toen in gesprek met Hans Dulfer en was er van overtuigd dat hij een Amerikaan was. Ik was ruim 15 minuten met hem aan het praten in het Engels toen een man op hem afliep en in het Nederlands vroeg of hij wat wilde eten. In vloeiend Nederlands antwoordde Hans: "Doe mij maar een broodje kaas." Ik heb het gesprek afgerond in het Engels en ben met een rood hoofd elders gaan zitten.

Hieronder lezen jullie het verhaal van Neeltje.

Ik sta op het station te wachten op de bus. Het station is de beginhalte. (Of eindhalte. Maar dat wordt dan weer een filosofische discussie.) Zodra de bus aan komt rijden, lopen de mensen naar de halte. Flink gedrang bij de deur, want wij zijn Nederlanders en gaan niet in een ‘queue’ staan. Er komt een jongen aangelopen (of man heet dat geloof ik… jaartje of 26 en blote-billen-gezicht), hij wurmt zich voor mij en stelt een vraag aan de twee giebelende schoolmeisjes die voor mij staan. Een bizar gesprek is het resultaat:
Hij: “Goes this bus to Sassenheim?”
Zijn Engels is verzadigd van een Nederlands accent. Het enige woord dat hij accentloos uit kan spreken is ‘Sassenheim’. De twee schoolmeisjes kijken elkaar aan en de brutaalste reageert in al even gebrekkig en accentvol Engels.
            Zij: “Yes, this bus goes to Sassenheim.”
De jongen stapt in. Hij laat zijn busabonnement (!?) aan de chauffeur zien en neemt plaats in de vierzitter zodat hij achteruit rijdt. In de vierzitter aan de andere kant van het gangpad zitten de schoolmeisjes. Ik ga op het bankje er achter zitten. Hij vervolgt zijn contactpoging.
            Hij: “Do you know where the Council-house is in Sassenheim?”
            Zij: “Yes, that is where… we… get… out of the bus.”
Ik haal een oortje van mijn hoofdtelefoon uit mijn oor. Dit wil ik even goed volgen. Dit gaat leuk worden. De vriendin van het meisje herhaalt schertsend de woorden: “…where we get out of the bus…” “Nou, zo zeg je dat toch?” vraagt ze.
            Hij: “Are there many young people in Sassenheim?”
De meisjes giebelen zo hard dat ze hem niet verstaan. Dus probeert hij het nog een keertje…
            Hij: “Are there many people from my age in Sassenheim?”
De meisjes kijken elkaar weer lachend aan. Aan hun gezichten is af te lezen dat ze geen idee hebben hoe je die vraag beantwoord. De brutaalste geeft antwoord met een extreem vragend gezicht.
            Zij: “Yes, I think so.”
Ondertussen komt er een vrouw voor mij, en tegenover hem zitten. Achteraf blijkt dat zij enkele jaren in Amerika heeft vertoefd. Ze volgt stilletjes het vraaggesprek en de discussie die inmiddels in het Nederlands tussen de schoolmeisjes is ontstaan. (Hij is echt niet Engels – Nee joh – Hahaha – Straks verstaat ie ons nog – Nou en?...) De vrouw besluit een einde aan de discussie te maken door de jongen te confronteren in perfect (lelijk) Amerikaans.
            Vrouw: “Where are you from?”
De bus lacht stilletjes. Ik ben niet de enige die gefascineerd naar dit gesprek luistert. De jongen kijkt verrast naar de vrouw. Dat was niet de bedoeling. Hij wil een gesprekje met de schoolmeisjes, niet met deze dame. Aarzelend reageert hij…
            Hij: “From America.”
De vrouw doet er nog een schepje bovenop…
            Vrouw: “That’s weird. You don’t have an American accent at all.”
Oeps… Hij kijkt vragend om zich heen en treft mijn lachende gezicht dat langzaam nee schudt. Hij trekt zijn lange benen naar zich toe en stopt zijn handen tussen zijn knieën.
            Hij: “I don’t?”
Er volgt een stilte. De jongen is uit het veld geslagen. Hij speelt onhandig en ongemakkelijk wat met zijn telefoon. De bus gaat rijden. Hij doet nog één poging en kijkt de schoolmeisjes aan.
            Hij: “What for building is this?”
Hij wijst door het raam naar buiten, naar het ziekenhuis.
            Vrouw: “A hispital”
De vrouw reageert nog voordat de meisjes iets kunnen zeggen kortaf, terwijl ze in haar tas zit te rommelen.
            Hij: “Oh, it’s very big.”

De rest van de busreis is het stil. Op de fluisterende lachende gesprekken van de mensen om mij heen na dan. Ik denk verder over de situatie die deze jongen heeft gecreëerd. Het is erg lachwekkend. Maar er zit zeker ook een schrijnende kant aan die onderbelicht blijft. Deze jongen denkt blijkbaar dat hij zich anders voor moet doen dan hij is, om aandacht te krijgen. En hij kiest voor een slimme methode. Bijna zonder uitzondering gaan wij Nederlanders zo prat op het feit dat wij Engels (Amerikaans) spreken, dat wij iedere gelegenheid met beide handen aannemen. Gegarandeerd contact.  

De bus nadert Sassenheim. De jongen doet alvast zijn tas om zijn schouder. Een seconde later beseft hij dat dit niet een gepaste actie is voor iemand die de weg niet kent. Hij staat op en probeert naar de buschauffeur te lopen. Hij trekt zichzelf omhoog en drukt tegelijkertijd stiekem op het stopknopje. Terwijl hij opstaat valt er van alles op de grond. Kauwgom, geld, busabonnement. Zo snel mogelijk probeert hij alles op te rapen, terwijl hij ‘excuse me’ mompelt. De bus is bijna bij de halte en hij heeft geen tijd om voor de show nog de chauffeur aan te spreken om te vragen of hij er hier uit moet. Dus hij stapt uit.
            Hij: “Sank joe verrie mutsj.”
De deuren gaan achter hem dicht en de bus proest het letterlijk uit. Bulderend van het lachen rijdt de bus verder. De meisjes hebben bedacht dat ze maar een halte verder uitstappen. Over en weer vertellen mensen tegen elkaar dat hij Nederlander was en waar dat dan uit bleek. (Een beetje overbodig naar mijn idee.) Ineens waren alle inzittenden samengekomen en werden we een groep. En alsof het was afgesproken zei iedereen die vanaf dat moment de bus uitstapte hetzelfde…

            Iedereen: “Sank joe verrie mutsj.”


Bedankt voor dit grappige verhaal lieve Neeltje.


Vanmorgen heb ik mijn lampje gevoegd. Het ziet er gelijk heel anders uit. Ik ben er erg tevreden over. Het wordt steeds donkerder dus de tijd voor kaarsjes is absoluut aangebroken. Wellicht ga ik volgende week een ander glaasje mozaïeken. Het is leuk om te doen en ik kan mijn gedachten even verzetten.


Onze kat Taran dacht: "laat ik vast onder de tafel gaan zitten. Ben ik toch buiten maar blijf ik wel droog."

De ballon reist vandaag met een matige wind richting het noordwesten. Hier regent het nu zacht maar de lucht wordt steeds donkerder. Het voegsel is inmiddels droog dus ik denk dat ik mijn nieuwe lampje maar eens ga uitproberen. Licht in de duisternis.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten